De Wet passend onderwijs wil ervoor zorgen dat zoveel mogelijk kinderen naar een reguliere basisschool kunnen. Op een reguliere basisschool doen ze namelijk mee met de samenleving en worden ze zo goed mogelijk voorbereid op een vervolgopleiding.
Als uw kind extra ondersteuning nodig heeft, doet de basisschool haar best om die extra ondersteuning te bieden. De school wordt daarbij geholpen door het regionale schoolondersteuningsteam (SOT). Toch kan er een moment komen, waarop duidelijk wordt dat uw kind beter naar het speciaal basisonderwijs (SO) of speciaal basisonderwijs (SBO) kan gaan. De school en de ouders moeten het daar samen over eens zijn voordat er verdere stappen kunnen worden ondernomen.
De vervolgstappen zijn:
1. De ouders, de school en de schoolondersteuner van het SOT zijn het erover eens dat er een toelaatbaarheidsadvies (TLA) wordt aangevraagd voor uw kind.
2. Er wordt een TLA aangevraagd via het SOT. Hierin zitten onafhankelijke experts.
3. Een onafhankelijk expert en een deskundige van het SOT beoordelen de aanvraag. Als ze het eens zijn met de aanvraag, zetten ze hun handtekening onder het toelaatbaarheidsadvies (TLA).
4. Dit advies wordt voorgelegd aan de directeur van samenwerkingsverband ZOUT.
5. Als de directeur van samenwerkingsverband ZOUT instemt met het advies, geeft hij een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af.
6. Met de TLV kunt u contact zoeken met de SO- of SBO-school van uw voorkeur. De school kan u vertellen of ze het juiste onderwijsaanbod voor uw kind heeft.
7. Als er op de school van uw voorkeur plek is, kunt u uw kind aanmelden.
De Wet passend onderwijs gaat alleen over cluster 3 en 4 van het speciaal onderwijs. De Commissie voor Indicatie voor cluster 3 en 4 gaat verdwijnen.
De indicatiecommissie voor cluster 1 en 2 blijven gewoon bestaan.
© swv ZOUT 2020