Logo swvzout

Veelgestelde vragen

Nee. Als een kind wordt aangemeld bij een school, is deze school niet verplicht om het kind te plaatsen.

Hierop let de school

De school kijkt naar drie dingen:

  • de ondersteuningsbehoefte van het kind
  • de mogelijkheden van de school om het kind te ondersteunen
  • de wensen van de ouders/verzorgers.

Zorgplicht

De school kijkt of zij het kind de ondersteuning kan bieden die nodig is. Als dat niet het geval is, gaat de school op zoek naar een andere school die het kind wél de noodzakelijke ondersteuning kan bieden en bereid is het kind toe te laten. Dat is wettelijk geregeld. We noemen dat zorgplicht. Het zoeken van een andere school gebeurt altijd in goed overleg met de ouders/verzorgers.

Weigeren van een leerling

Als de school niet kan voorzien in de ondersteuningsbehoeften van het kind, hoeft de school het kind dus niet toe te laten. Er kunnen ook andere redenen waarom een school een kind mag weigeren. Bijvoorbeeld als de school vol is, als er een toelatingsbeleid is op basis van postcode of als de ouders/verzorgers de levensbeschouwelijke richting van de school niet accepteren. De school heeft dan geen zorgplicht. Lees meer.

Nee. Als een kind wordt aangemeld bij een school, is deze school niet verplicht om het kind te plaatsen.

Hierop let de school

De school kijkt naar drie dingen:

  • de ondersteuningsbehoefte van het kind
  • de mogelijkheden van de school om het kind te ondersteunen
  • de wensen van de ouders/verzorgers.

Zorgplicht

De school kijkt of zij het kind de ondersteuning kan bieden die nodig is. Als dat niet het geval is, gaat de school op zoek naar een andere school die het kind wél de noodzakelijke ondersteuning kan bieden en bereid is het kind toe te laten. Dat is wettelijk geregeld. We noemen dat zorgplicht. Het zoeken van een andere school gebeurt altijd in goed overleg met de ouders/verzorgers.

Weigeren van een leerling

Als de school niet kan voorzien in de ondersteuningsbehoeften van het kind, hoeft de school het kind dus niet toe te laten. Er kunnen ook andere redenen waarom een school een kind mag weigeren. Bijvoorbeeld als de school vol is, als er een toelatingsbeleid is op basis van postcode of als de ouders/verzorgers de levensbeschouwelijke richting van de school niet accepteren. De school heeft dan geen zorgplicht. Lees meer.

Als een kind wordt aangemeld bij een school, beslist de school binnen 6 weken over de toelating. Lukt dat niet binnen 6 weken, dan kan de school de termijn verlengen tot maximaal 10 weken. Is er langer nodig dan 10 weken, dan wordt het kind voorlopig toegelaten tot een besluit is genomen. Bij het beoordelen of het kind kan worden toegelaten, kijkt de school of het kind extra ondersteuning nodig heeft. Als er extra ondersteuning nodig is, onderzoekt de school of zij die kan bieden. Als de school dat niet kan, is ze verplicht om een school te vinden die de ondersteuning wél kan bieden en bereid is het kind toe te laten. Dat kan een andere basisschool zijn, maar ook een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders/verzorgers.

Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel, afgekort SOP. In het SOP staat welke ondersteuning en begeleiding de school kan geven aan de leerlingen.

Veel scholen zetten het schoolondersteuningsprofiel in de schoolgids of op hun eigen website. De meeste scholen hebben hun schoolondersteuningsprofiel ook geplaatst op de landelijke website Scholen op de kaart.

Op deze website vindt u informatie over alle scholen in de Nederland (bijvoorbeeld informatie van de Onderwijsinspectie en reviews van ouders en leerlingen).

Dat is de ondersteuning die alle scholen in onze regio moeten kunnen geven aan leerlingen. Denk bijvoorbeeld aan extra ondersteuning bij leesproblemen of rekenproblemen. Vaak geeft de leerkracht deze ondersteuning in de klas. Soms wordt de ondersteuning buiten de klas gegeven, bijvoorbeeld door een remedial teacher.

Heeft een kind niet genoeg aan de basisondersteuning van de school? Heeft een kind extra ondersteuning nodig, bijvoorbeeld op het gebied van leren of gedrag? Dan gaat de school met de ouders/verzorgers daarover in gesprek. Dat is altijd maatwerk en gebeurt in overleg met hen.

Vaak kan de school de extra ondersteuning zelf geven. Soms schakelt de school iemand van buiten in. Bijvoorbeeld een expert van het schoolondersteuningsteam (SOT) van ons samenwerkingsverband. Het inschakelen van een extern expert verloopt altijd via de ib’er.

Ja, elke school is verplicht om binnen haar mogelijkheden extra ondersteuning te bieden. Een school kan dus niet uitsluitend de basisondersteuning bieden. Uiteraard kan de ene school een stuk verder gaan in de extra ondersteuning dan de andere school. De mogelijkheden hebben bijvoorbeeld te maken met de deskundigheid binnen het team, de faciliteiten in het gebouw en de groepssamenstelling.

Scholen zijn verplicht om een ontwikkelingsperspectief (OPP) op te stellen als het gaat om:

  • leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte (dus niet voor de basisondersteuning die leerlingen krijgen),
  • leerlingen bij wie de verwachting is dat ze uitstromen naar praktijkonderwijs/lwoo (op basis van verwachte score Cito-eindtoets),
  • leerlingen bij wie de verwachting is dat ze op één of meer vakgebieden maximaal het eindniveau van groep 7 halen.
Wanneer stel je een OPP op?

Scholen hebben niet altijd scherp voor welke leerlingen zij een OPP (ontwikkelingsperspectief) moeten opstellen. Een OPP is verplicht voor leerlingen van een reguliere basisschool die extra ondersteuning krijgen en voor álle sbo- en so-leerlingen. Als een bao-leerling basisondersteuning krijgt, is een OPP dus niet verplicht. Als bijvoorbeeld het afwijken van een reguliere leerlijn onder de basisondersteuning valt die de school biedt, is er dus geen OPP nodig. 
Let op: alle OPP’s moeten worden geregistreerd in het Register Onderwijsdeelnemers (ROD).
Meer informatie vind je onder andere op de website van de Inspectie van het Onderwijs.

De Wet passend onderwijs streeft ernaar dat er zoveel mogelijk kinderen naar een reguliere basisschool kunnen, in de buurt van hun huis. Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, doet de basisschool haar best om die extra ondersteuning te bieden. De school kan daarbij geholpen worden door het Schoolondersteuningsteam (SOT) van swv ZOUT.

Er kan een moment komen, waarop de school niet meer de ondersteuning kan bieden die het kind nodig heeft. In dat geval kan het beter zijn dat het kind beter naar het speciaal basisonderwijs (so) of speciaal basisonderwijs (sbo) gaat. Het samenwerkingsverband bepaalt of het kind hiervoor in aanmerking komt.


Het verwijstraject in 6 stappen

Hoe gaat de overstap naar sbo of so formeel in zijn werk?

Stap 1: De school dient bij het samenwerkingsverband een aanvraag in voor een toelaatbaarheidsverklaring (TLV). Simpel gezegd betekent dat: komt het kind in aanmerking voor het sbo of so? Over het algemeen wordt een TLV sbo óf een TLV so aangevraagd.

Alle informatie die voor de aanvraag nodig is, staat in het groeidocument. Het is wenselijk dat de aanvraag wordt ondertekend door de ouders/verzorgers, de schoolondersteuner en de directeur van de school. Ouders/verzorgers zijn niet verplicht om in te stemmen met de aanvraag voor een TLV. Ook zonder hun toestemming mag de school een TLV aanvragen, maar dat heeft uiteraard volstrekt niet de voorkeur van het samenwerkingsverband. Bij het indienen van de aanvraag wordt de school geholpen door ons schoolondersteuningsteam (SOT).

Stap 2: De aanvraag komt binnen bij het samenwerkingsverband. De wettelijke, onafhankelijke deskundigen beoordelen de aanvraag. Als zij vinden dat het kind in aanmerking komt voor het sbo of so, geven zij een positief toelaatbaarheidsadvies.

Stap 3: Dit advies gaat naar de directeur van samenwerkingsverband ZOUT.

Stap 4: Als de directeur van samenwerkingsverband ZOUT instemt met het advies, geeft hij een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af. Met een TLV staat vast dat het kind in aanmerking komt voor het sbo of so.

Stap 5: Met dit toelaatbaarheidsadvies (TLV) kunnen de ouders/verzorgers vervolgens contact zoeken met de sbo- of so-school van hun voorkeur.

Ja, dat mag. Het is uiteraard wel aan te raden om met de ouder(s)/verzorger(s) en de huisarts te zoeken naar een oplossing. Lees meer op de website van de Rijksoverheid.

Ouder(s)/verzorger(s) mogen hun kind vanaf 3 jaar aanmelden. De zorgplicht gaat in, zodra het kind (schriftelijk) is aangemeld bij de school. Dan gaat ook direct de onderzoeksperiode van 6 weken in, die eventueel verlengd kan worden naar 10 weken. Binnen die termijn moet het schoolbestuur een beslissing nemen over de toelating van de leerling. Als het schoolbestuur dat niet doet en de leerling is niet ingeschreven op een andere school, dan moet de school de leerling tijdelijk inschrijven en plaatsen. De school heeft de zorgplicht nog steeds.

Het kan dat de school na die tien weken tot de conclusie komt dat zij het kind niet de benodigde ondersteuning kan bieden. Dat kan bijvoorbeeld als er op een later moment onderzoek wordt gedaan. Soms is het kind dan al gestart op de school. De school moet dan op zoek naar een andere school die wél een passend onderwijs- en/of ondersteuningsaanbod heeft en bereid is de leerling aan te nemen. Dat laatste geldt trouwens ook voor leerlingen die al langer op school zitten. Pas als die andere school schriftelijk verklaart dat ze de leerling wil toelaten, is de oorspronkelijke school (van aanmelding) ontslagen van haar zorgplicht.

Meer informatie over de zorgplicht vind u op de website van Onderwijsgeschillen.

Ouder(s)/verzorger(s) mogen hun kind bij meerdere scholen tegelijkertijd aanmelden. Zij moeten dan wel aangeven dat zij hun kind ook bij een andere school hebben aangemeld en wat de school van voorkeur is. In theorie ligt de zorgplicht bij alle scholen waar het kind is aangemeld. Binnen ons samenwerkingsverband zijn geen afspraken gemaakt hoe daarmee om te gaan, mede omdat er geen centraal aanmeldsysteem is.