Soorten onderwijs
Er zijn in Nederland verschillende soorten onderwijs.
Regulier basisonderwijs: de basisschool
Het reguliere basisonderwijs is voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Een school waar basisonderwijs wordt aangeboden, heet een basisschool.
Voor de meeste kinderen is de basisschool de beste plek. Als een kind specialistische of intensieve begeleiding nodig heeft, is het speciaal basisonderwijs (sbo) of het speciaal onderwijs (so) de beste plek.
Speciaal basisonderwijs (sbo)
Het sbo is bijvoorbeeld bedoeld voor:
- Moeilijk lerende kinderen
- Kinderen met opvoedingsmoeilijkheden
- Kinderen met gedragsproblemen
Een reguliere basisschool en een sbo-school hebben dezelfde onderwijsdoelen. Op een sbo-school krijgen kinderen meer tijd om die doelen te halen. De groepen zijn kleiner. Binnen de sbo-school zijn er meer deskundigen die de leerlingen de ondersteuning kunnen bieden die zij nodig hebben, bijvoorbeeld een logopedist, een orthopedagoog of een schoolpsycholoog. Kinderen kunnen tot hun 14e jaar op een sbo-school terecht.
Speciaal onderwijs (so)
In het speciaal onderwijs (so) krijgen kinderen nog meer begeleiding. Dit onderwijs bestaat uit 4 clusters:
- Cluster 1: blinde, slechtziende kinderen
- Cluster 2: dove, slechthorende kinderen en kinderen met een taal- spraakontwikkelingsstoornis
- Cluster 3: motorisch gehandicapte, verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke kinderen
- Cluster 4: kinderen met psychische stoornissen en gedragsproblemen.
Scholen in cluster 3 en 4 zijn onderdeel van het samenwerkingsverband.
Ook in het so zijn de groepen klein. Er werken veel specialisten binnen de school. De school maakt voor elke leerling een ontwikkelingsperspectief (OPP), waarin staat aan welke doelen gewerkt wordt. Dat gebeurt in overleg met de ouders.