Lieke van Kooten is intern begeleider op de Delteykschool (Werkhoven) en De Vonk (Odijk). Beide scholen hebben al een jaar ervaring opgedaan met Perspectief op School. Lieke kijkt daar positief op terug: POS zorgt ervoor dat je het goede gesprek gaat voeren over zaken die al op orde zijn en over ontwikkelkansen.
De Delteykschool en De Vonk horen bij stichting Fectio, een stichting met scholen in het werkgebied van swv ZOUT en van swv Profi Pendi. ‘Toen Profi Pendi enkele jaren geleden met POS ging werken, heeft ons bestuur ervoor gezorgd dat álle Fectio-scholen mee mochten doen. Ook de scholen in de ZOUT-regio. Dat bood de kans om allemaal dezelfde taal te gaan spreken en ondersteuningsprofielen op elkaar af te stemmen’, vertelt Lieke van Kooten.
Gebruiksvriendelijk
Lieke is niet alleen ib’er van twee scholen, ze is ook lid van de Ondersteuningsplanraad (OPR). In die rol zit ze regelmatig met het samenwerkingsverband aan tafel. ‘Toen ZOUT vorig najaar op zoek was naar een richtlijn voor het ondersteuningsprofiel, heb ik gelijk mijn enthousiasme over POS uitgesproken. Het systeem is gebruiksvriendelijk, het invullen van vragenlijst wijst zichzelf. Hoe concreter je de vragenlijst invult, hoe mooier de dingen die er automatisch uit rollen’, aldus Lieke. Ze doelt daarmee onder meer op het schoolondersteuningsprofiel, de schoolsamenvatting voor ouders en de schoolposter voor professionals.
Keuzes en prioriteiten
Toen Profi Pendi en Fectio met POS gingen werken, heeft Lieke de vragenlijst met twee directeuren en een collega-ib’er ingevuld. Zij raadt dat iedereen aan. Lieke: ‘Als je het programma met meerdere mensen doorloopt, ontstaat gelijk het goede gesprek, bijvoorbeeld over pijnpunten en ontwikkelkansen. Bij een vraag over de expertise die je in huis hebt, kan de ene collega bijvoorbeeld zeggen “we hebben een rekencoördinator”, terwijl de andere collega zegt “ja, die hebben we wel, maar die heeft geen uren”. Dat soort gesprekken helpen volgens Lieke om keuzes te maken en prioriteiten te stellen. ‘De scholen die POS nu gaan invullen, krijgen bijvoorbeeld ook heel mooie input voor hun formatieplannen van volgend jaar. Stel dat de school concludeert dat er onvoldoende expertise is op het gebied van hoogbegaafdheid, terwijl de leerlingpopulatie laat zien dat die expertise wél nodig is. Dan kun je ervoor zorgen dat de talentcoach volgend jaar meer uren heeft.’
Geen plek voor concurrentie
Lieke wil POS deze maand gaan invullen met drie andere Fectio-scholen in Bunnik, Odijk en Werkhoven. ‘Zo krijgen we beter zicht op ons netwerk en op elkaars ondersteuningsmogelijkheden. Het zou interessant zijn om dat in de toekomst ook met scholen van andere besturen te gaan doen. Ik denk dat het daardoor makkelijker wordt om elkaar op te zoeken en elkaars expertise te gebruiken.’
Dat klinkt natuurlijk prachtig, maar hoe realistisch is dit? Zijn scholen bereid om werkelijk samen op te trekken? Lieke denkt van wel. ‘Ik denk dat die bereidheid er steeds meer komt. Dat is belangrijk, want we zijn met elkaar verantwoordelijk voor álle kinderen. Een concurrentiegevoel hoort daar niet bij. Op dit moment kijken we bijvoorbeeld hoe we structurele overlegmomenten kunnen gaan organiseren met alle ib’ers uit Bunnik, Odijk en Werkhoven. Het is de bedoeling dat de gemeente en ZOUT daar ook aanschuiven. Ik heb de indruk dat er op meerdere plaatsen dit soort initiatieven zijn.’
Uitwisselen van kennis en expertise
POS geeft inzicht op het niveau van de school, het bestuur en het samenwerkingsverband. ‘Dit inzicht gaat het samenwerkingsverband helpen om het goede gesprek te voeren. Daar liggen mooie kansen. ZOUT kan de partij zijn die zaken benoemt, agendeert en aanjaagt’, aldus Lieke. Zij denkt dat ZOUT ook een goede rol kan (blijven) spelen in kennisdeling. ‘In het reguliere basisonderwijs is tegenwoordig ontzettend veel expertise aanwezig, op het gebied van basisondersteuning is echt een kwaliteitsslag gemaakt. Op stichtingsniveau zijn kenniskringen en kennisnetwerken al behoorlijk gebruikelijk. Het zou mooi zijn als we ook op regionaal niveau beter weten wie welke expertise heeft en welke specialisten er zijn. Daar kan ook een mooie rol liggen voor de nieuwe coördinatoren passend onderwijs van ZOUT. Zij kunnen de uitwisseling van kennis en ervaring bevorderen en scholen aan elkaar verbinden. Als de ene school ergens ervaring mee heeft, kan een andere school daar weer van leren.’
Andere keuze maken
Half januari organiseerde ZOUT een aantal voorlichtingsbijeenkomsten over POS. Sommige scholen spraken hun ongenoegen uit dat ze POS moeten invullen. Vorig jaar hadden ze toch diezelfde informatie al aangeleverd, weliswaar in een ander systeem? Lieke: ‘Ik ben het met iedereen eens die zegt: het is zonde van het werk en het is niet fijn hoe het is gegaan. Dat klopt, maar tegelijkertijd was vorig jaar al duidelijk dat we met een draak van een document te maken hadden waar niemand iets aan had. Als je ziet dat iets niet werkt, is het goed om een andere keuze te maken. POS is een heel praktisch systeem, dat ervoor gaat zorgen dat we in de hele regio dezelfde taal spreken en het goede gesprek kunnen voeren over passend onderwijs.’