Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Wat gebeurt er vóór Volare?

Wat gebeurt er vóór Volare?

Volare is een tussenvoorziening van SWV PO ZOUT, die in 2022 van start ging. Sindsdien stroomden 16 kinderen in: hoogbegaafde kinderen met een complexe ondersteuningsbehoefte die in het reguliere onderwijs dreigen uit te vallen of uitgevallen zijn. Volare-leerkracht Hestia Karman deed onderzoek naar deze 16 kinderen en analyseerde wat er aan de instroom bij Volare vooraf ging. Haar inzichten en aanbevelingen kunnen helpen om uitval van deze kinderen te voorkomen.

Hestia Karman is gespecialiseerd in het onderwijs aan hoogbegaafde kinderen. Deze doelgroep fascineert haar. Hoe komt het dat deze kinderen qua intelligentie alle potentie hebben om goed en makkelijk te kunnen leren, maar soms toch volledig vastlopen? En wat is er nodig om ervoor te zorgen dat zij hun potentieel wel helemaal benutten? Hestia zette onder meer een plusklas, hoogbegaafdenonderwijs op. Vanaf de start is ze als leerkracht aan Volare verbonden. In de regionale tussenvoorziening Volare, met een combinatie van zorg en onderwijs, lukt het vaak om vastgelopen kinderen weer op de rit te krijgen. Gemiddeld stromen zij na iets meer dan een jaar weer uit.

Dankzij een nieuwe subsidie van het ministerie van OCW (aangevraagd door het samenwerkingsverband) heeft Hestia kunnen onderzoeken wat er aan de verwijzing naar Volare vooraf gaat. Zij analyseerde minutieus de dossiers van de 16 kinderen die sinds 2022 instroomden. Zij zegt hierover: ‘Elk kind heeft natuurlijk zijn eigen verhaal, problematiek en omgeving. Laat dat duidelijk zijn. Door alle dossiers naast elkaar te leggen, wilde ik te weten komen of er ook een grootste gemene deler is. Zijn er factoren die voor een groot deel van de kinderen gelden?’

Zijnskenmerken en IQ

Een eerste punt dat Hestia in beeld bracht, is de intelligentie van de kinderen. ‘Er is nog steeds geen eenduidige definitie van hoogbegaafdheid, er zijn verschillende modellen en visies. Soms wordt gewezen op de noodzakelijke aanwezigheid van een bepaalde motivatie of zijnskenmerken. Bij die zijnskenmerken gaat het bijvoorbeeld om de zeer sterke behoefte aan autonomie.’ De behoefte aan autonomie kan volgens Hestia makkelijk verward worden met ‘zelfbepalend gedrag’.

Hestia benadrukt dat ze deze zijnskenmerken niet in twijfel wil trekken, maar vindt dat er een combinatie van intelligentie en zijnskenmerken nodig is om te kunnen spreken over hoogbegaafdheid.

Bij Volare zien we een groot aantal kinderen met een disharmonisch intelligentie profiel, waarbij de score van de verbale intelligentie veel hoger ligt dan de rest. Hestia: ‘Door die verbale intelligentie kan een vertekend beeld ontstaan en bestaat de kans op overschatting. Ik denk dat we voorzichtig moeten zijn om deze kinderen te snel hoogbegaafd te noemen, vooral omdat dit begrip ook hoge verwachtingen schept. Niet alleen bij het kind, maar ook bij de ouders en de omgeving.’

Ook testen op hele jonge leeftijd vraagt om zorgvuldigheid. Een ontwikkelingsvoorsprong gaat niet altijd over in hoogbegaafdheid.

Intensieve begeleiding

Bij alle 16 kinderen is ooit een intelligentieonderzoek afgenomen. De scholen van herkomst hebben de adviezen uit het onderzoeksverslag opgevolgd. Hestia: ‘Zonder uitzondering hebben de scholen ingezet op het aanpassen, compacten en verrijken van de lesstof en het bieden van extra uitdaging. Ook zorgden zij voor een rustplek om te ontprikkelen en voor meer nabijheid op sociaal gebied.’

De interventies en aanpassingen in de stof gaven sommige kinderen tijdelijk verlichting, maar bleken uiteindelijk niet de oplossing. Anders zouden zij niet bij Volare terecht zijn gekomen. Hestia: ‘Ik denk dat veel scholen,  vanuit de beste bedoelingen, soms te lang doorgaan met iets wat niet werkt of niet helpend is voor het kind. Mijn advies is dan ook: evalueer op tijd of datgene wat je doet ook bijdraagt aan een structurele verbetering. Als dat niet zo is, moet je kijken wat je wel of anders kunt doen.’

Thuisfactoren

In de dossiers heeft Hestia ook gekeken naar thuisfactoren. Deze spelen volgens haar een grote rol. Zij legt uit: ‘Opvoeden is sowieso geen gemakkelijke taak en deze kinderen vragen nog net een beetje meer van ouders. Het zou helpend kunnen zijn om ouders al in een eerder stadium (zonder oordeel!) de weg te wijzen naar ouderbegeleiding op opvoedondersteuning.’

Bij Volare spelen ouders (verplicht) een belangrijke rol in het traject. Zij krijgen bijvoorbeeld ouderbegeleiding thuis en nemen deel aan ouderavonden. Hestia ziet dat veel ouders het fijn vinden om elkaar daar te ontmoeten.

Aanbevelingen

Tot slot: Hestia benadrukt dat haar onderzoek betrekking had op slechts 16 kinderen. De conclusies kunnen dus niet zomaar worden gegeneraliseerd. De aanbevelingen op een rijtje:

  • Wees voorzichtig bij alleen een heel hoge verbale intelligentie (om overschatting te voorkomen).
  • Ga zorgvuldig om met zijnskenmerken.
  • Wees voorzichtig met het benoemen van hoogbegaafdheid op jonge leeftijd. Een ontwikkelingsvoorsprong betekent niet per definitie dat een kind hoogbegaafd is.
  • Evalueer de ingezette hulp tijdig en structureel. Stel ondersteuning of interventies zo nodig bij.
  • Iedere dag dat een kind niet naar school gaat, is een dag te veel. Wacht niet met verwijzen naar Volare totdat een kind daadwerkelijk is uitgevallen.
  • Wijs ouders vroegtijdig en zonder oordeel op ouderbegeleiding of opvoedondersteuning.

De aanbevelingen zijn meegenomen bij het opstellen van de professionele standaard, die het leerteam begaafdheid in september aan alle scholen in de regio presenteert.

Deel dit nieuwsbericht

SWVZOUT beeldmerk

Meer nieuws?

Inschrijven nieuwsbrief

Inloggen